Overzicht week 27 mei - 1 juni 2024
Belangrijkste nieuws van de afgelopen week
1. Inflatie loopt wat op in eurogebied en is stabiel in Nederland
2. Werkloosheid in eurogebied naar laagterecord
3. IMF stelt Chinese groeiraming opwaarts bij
4. De Russische oorlog tegen Oekraïne duurt voort. Vandaag is het de 829e dag van deze oorlog.
Mijn afdronk van de afgelopen week
5. -
Om naar uit te kijken in de komende week
6. Nieuws over de Russische oorlog tegen Oekraïne en de oorlog in Gaza.
7. De formatie. Krijgen we komende week al namen van beoogde ministers te horen?
8. ECB rentebesluit (donderdag). De renteverlaging waarop ruim door ECB gepreludeerd is?
9. Raming van ECB staf voor het eurogebied (donderdag). Neerwaartse herziening inflatieraming?
De afgelopen week in meer detail
Internationaal: economie: macro-data
Wereld:
10. -
VS:
11. VS: de particuliere consumptie is in april in volume gedaald met 0,1% t.o.v. de voorgaande maand, na een stijging van 0,4% in maart; het reëel beschikbaar inkomen daalde 0,1% in april, na een stijging van 0,1% in maart. (link) (link)
China:
12. -
Eurogebied:
13. Eurogebied: de consumentenprijsstijging (hicp) is opgelopen van 2,4% t.o.v. een jaar eerder in april tot 2,6% in mei, hoogste sinds februari; de inflatie liep op door stijging van de dienstenprijzen (van 3,7% naar 4,1%) en de hogere energieprijsstijging (van -0,6% naar +0,3%) en ondanks de zwakkere voedselprijsstijging (van 3,2% naar 2,9%) en de zwakkere prijsstijging voor industriële goederen (van 0,9% naar 0,8%). (zie grafieken hieronder) (link)
14. Eurogebied: de werkloosheid is gedaald van 6,5% van de beroepsbevolking in maart tot 6,4% in april, een nieuw laagterecord (zie grafiek hieronder) (link)
15. Eurogebied: bankkrediet aan bedrijven nam in april toe met 0,3% t.o.v. een jaar eerder, na 0,4% in maart; de toename van bankkrediet aan huishoudens was in april ongewijzigd op 0,2%; de geldhoeveelheid (M3) nam in april toe met 1,3% t.o.v. een jaar eerder, na 0,9% in maart. (link)
16. Eurogebied: De sentimentsindicator (het gemiddelde van de vertrouwensindicatoren) is gestegen van 95,6 in april tot 96,0 in mei, hoogste sinds maart; alle onderliggende indicatoren behalve de vertrouwensindicator voor de bouw droegen bij aan de stijging. (zie grafiek hieronder) (link)
17. Eurogebied: de inflatieverwachtingen van huishoudens voor de komende 12 maanden is afgezwakt van 3,0% in maart tot 2,9% in april; de verwachte jaarinflatie over 3 jaar is afgezwakt van 2,5% naar 2,4%. (link)
Internationaal: beleid en politiek
18. VS: -
19. China: -
20. Eurogebied: -
Financiële markten
21. Obligaties: in de afgelopen week stegen de 10-jaarsrentes in Duitsland en Nederland met 0,1%-punt, tot hoogste niveau sinds november 2023 (zie grafiek hieronder); de Amerikaanse rente was per saldo stabiel. Na beurs op vrijdag verlaagde kredietbeoordelaar S&P de rating van Frankrijk van AA naar AA- (link)
22. Aandelenmarkten: de afgelopen week daalde de Stoxx600 en de S&P500 0,5%, terwijl de AEX 1,3% daalde. De Russische MOEX-index daalde afgelopen week 5,5% (geen nieuws hierover kunnen vinden) (zie grafieken hieronder)
23. Olie- en gasprijzen: de Brent olieprijs daalde in de afgelopen week 1,0% tot 81,3 dollar per vat (zie grafiek hieronder); de Europese gasprijs steeg 1,7%% tot 34,7 euro per MWh (zie grafiek hieronder).
24. Wisselkoersen: de Zwitserse franc is afgelopen week 1,1% geapprecieerd t.o.v. de euro, waardoor de depreciatie sinds eind 2023 terugliep tot 4,1% (zie grafiek hieronder)
Nederland: macro-data
25. De consumentenprijsstijging (op basis van de officiële cpi-reeks) was in mei, net als in april, 2,7% t.o.v. een jaar eerder. (zie grafiek hieronder). (link) Voor details zie extraatje van de week aan het einde van dit weekbericht.
26. Afzetprijzen van de industrie zijn in april gedaald met 0,1% t.o.v. een jaar eerder, na een daling van 0,8% in maart; de daling in april was de kleinste sinds april 2023; maand-op-maand stegen de prijzen 0,8%, na een stijging van 0,4% in maart; de stijging in april was de grootste sinds januari. (zie grafiek hieronder) (link)
27. Het aantal bijstandsuitkeringen (tot AOW) was in aan het einde van het 1e kwartaal 0,8% hoger dan een jaar eerder, tegen een stijging van 0,9% aan het einde van het 4e kwartaal van 2023; sinds september 2023 is sprake van een stijging; het aantal bijstandsuitkeringen aan jongeren tot 27 jaar was in maart 8,4% hoger dan een jaar eerder. (link)
28. De sentimentsindicator (het gemiddelde van de vertrouwensindicatoren) is gestegen van 98,3 in april tot 99,4 in mei, hoogste sinds juli 2022; alle onderliggende indicatoren behalve de vertrouwensindicatoren voor de bouw en de detailhandel droegen bij aan de stijging. (zie grafiek hieronder) (link)
29. Het producentenvertrouwen van de industrie is gestegen van -3,6 in april tot -2,8 in mei, hoogste sinds november 2023 (zie grafiek hieronder) (link)
Internationaal: macro-ramingen
30. Wereld:
31. VS:-
32. China: het IMF verwacht bbp-volumegroei van 5,0% in 2024 en 4,5% voor 2025, voor beide jaren een opwaartse bijstelling van 0,4%-punt t.o.v. de april-raming. (link) (link)
33. Eurogebied: -
Nederland: macro-ramingen
34. ABN-Amro heeft haar ramingen voor 2024 neerwaarts herzien t.o.v. de raming van maart: de bbp-volumegroei met 0,2%-punt tot 0,5%; de inflatieraming (hicp) met 0,3%-punt tot 2,5% en de werkloosheidsraming met 0,2%-punt tot 3,8% van de beroepsbevolking (link)
Nederland: overheidsbegroting en politiek
35. Dick Schoof is voor PVV, VVD, NSC en BBB de beoogd minister-president. (link)
36. Kabinet schort samenwerking op met stichting (Gelijk)waardig Herstel in de hersteloperatie Toeslagen. (link) (link) (link)
Mijn verwachtingen voor de Nederlandse economie
37. Mijn verwachtingen voor 2024 en 2025 komen globaal overeen met de huidige consensusraming (zie grafiek hieronder). Wel is de consensusraming voor de werkloosheid in 2024 aan de hoge kant gezien de jongste realisaties. Hetzelfde geldt voor de bbp-groei in 2024.
38. Ik verwacht voor Nederland en het eurogebied een beperkte bbp-ontwikkeling in de komende twee kwartalen als gevolg van de Russische inval, krap ECB-beleid, hoge energieprijzen, onzekerheid door het conflict in het Midden-Oosten en politieke onzekerheid voor de VS. Positief effect gaat uit van het koopkrachtherstel.
39. De inflatie en de kerninflatie in het eurogebied en Nederland
komen in het eerste halfjaar van 2024 dichter bij de inflatiedoelstelling van 2% van de ECB te liggenblijven in de tweede helft van 2024 schommelen rond de inflatie van het eerste halfjaar, dus wat boven de inflatiedoelstelling van 2%.40. ECB en Federal Reserve gaan vanaf juni of uiterlijk vanaf september hun rentes verlagen; de renteverlagingen zullen in 2024 beperkt zijn, duidelijk minder dan 1%-punt.
Mijn favoriete links over de Nederlandse macro-economie en over de formatie vindt u hier
Extraatje van de week: de Nederlandse consumentenprijzen in mei
41. De consumentenprijsstijging (op basis van de officiële cpi-reeks) was in mei, net als in april, 2,7% t.o.v. een jaar eerder. (zie grafiek hieronder). (link) Er was een opwaarts effect op de inflatie door de prijsontwikkeling van diensten en energie en een negatief effect door de prijsontwikkeling van industriële goederen en voedingsmiddelen.
42. De voedselprijsstijging zwakte marginaal af, van 3,2% t.o.v. een jaar eerder in april tot 3,1% in mei; in mei 2023 bedroeg de prijsstijging nog 12,8%.
43. Het prijsniveau van voeding bereikte in mei april een nieuwe piek en was 26% hoger dan in december 2020.
44. De prijsdaling van industriële goederen exclusief energie liep op van 0.8% t.o.v. een jaar eerder in april tot 1,8% in mei; tegelijkertijd liep de prijsstijging van diensten op van 4% naar 4,5%; per saldo resulteerde dit in een marginale stijging van de kerninflatie (alle goederen en diensten behalve energie en voeding; cpi) van 2,5% naar 2,6%.
45. De periode van enorme verschillen tussen de officiële inflatie en de beleidsrelevante inflatie is sinds november 2023 voorbij. In mei waren ze respectievelijk 2,7% en 2,2%; wel is de beleidsrelevante inflatie sinds januari lager dan de officiële inflatie.
46. De brandstofprijzen zijn in mei met circa 3% gedaald t.o.v. de voorgaande maand (op basis van cijfers tot en met 26 mei), na stijgingen in de vier voorgaande maanden; de prijsstijging t.o.v. een jaar eerder was in mei circa 13%.
47. De energieprijzen (brandstoffen plus gas en elektriciteit) stegen in mei op basis van de officiële reeks 4,0% t.o.v. een jaar eerder, meer dan de stijging van 3,3% in april.
48. De consumentenprijsstijging (hicp, officiële reeksen) was in Nederland in mei 2,7% t.o.v. een jaar eerder, marginaal hoger dan de stijging van 2,6% in het eurogebied; dit kwam door de hogere prijsstijging voor voedsel en vooral de hogere stijging van energieprijzen; de kerninflatie was in Nederland wel lager. Gecorrigeerd was echter de Nederlandse inflatie lager.